zaterdag 21 september 2013

De Beaujolais

De Beaujolais is in het buitenland vooral bekend om de wijn die er vandaan komt, en ook om de jaarlijkse groots opgezette campagne rondom de export van de Beaujolais Primeur.

Dubbele plaatsnaam
 Ook in Frankrijk, wijnland bij uitstek, heeft de Beaujolais een redelijk goede naam.
Toch denk ik, dat de Beaujolais bij veel Fransen eerder de gedachte opwekt aan Clochemerle, een fictief dorp in de Beujolais uit het gelijknamige boek van Gabriel Chevallier dan aan Beaujolais Primeur. Hoewel, fictief? Het gerucht ging, dat Chevallier het dorpje Vaux-en-Beaujolais als model gebruikte voor zijn boek, en niet alleen voor de lay-out van het dorp, maar ook qua karakter van een aantal dorpelingen. Een ander gerucht zegt dat hij zelfs niet de moeite heeft genomen om de namen van een aantal dorpelingen te veranderen!

Urinoir met trompe l'oeil op de achtergrond
Aangezien ik het boek tenminste drie maal met veel plezier heb gelezen, in het Engels, Nederlands en Frans, leek het een aardig idee om een bezoekje aan een aantal romaanse kerken in de Beaujolais te combineren met een bedevaartstocht naar Vaux-en-Beaujolais.
Al bij het binnenrijden van het dorp lijkt het woord "gerucht" niet erg toepasselijk te zijn, en midden in het dorp is een urinoir neergezet, midden op een pleintje, als hommage aan Chevallier die zijn boek heeft gebouwd rondom het plaatsen van een door de halve bevolking gewraakt urinoir.

De klokkentoren van Vaux-en-Beaaujolais
Daar komt dan nog bij, dat op één van de blinde gevels die uitkijkt over het plein een aantal scènes uit Clochemerle is aangebracht in trompe l'oeil. Kortom, Vaux-en-Beajolais ís Clochemerle, en wil daar graag toeristisch nog een graantje van meepikken. Hoewel dit verhaaltje meer gaat over een echt en een fictief dorp dan over romaanse kerken (en dat is toch het onderwerp van deze blog), is er zelfs in Vaux-en-Beaujolais wel wat romaans te vinden. De kerk daar heeft een interessante klokkentoren, een oud portaal dat zo te zien is hergebruikt toen de nieuwe facade werd gebouwd en een paar hier niet zo gangbare passages berrichons.

Een hergebruikt portaal?
Tijdens onze rondrit bezochten we ook nog Saint-Etienne-la-Varenne, Saint-Georges-de-Reneins, Salles-Arbuissonnas-en-Beaujolais en Belleville. Zeker de laatste kerk was meer dan de moeite waard, en niet in het minst om de mooi bewerkte zuilen in de kerk. De halfzuilen in het schip bleken halverwege tussen voet en kapiteel nog een interessant relief te hebben in de vorm van een eenvoudig dieren- of mensenfiguur. Ook de apsis van de kerk heeft fraai bewerkte pilasters.

Zicht op koor, apsis en passages berrichons
 Voor een detailkaart waar een aantal kerken in de Beaujolais is aangeduid, klik hier.

En hoewel we tijdens deze tocht geen slok Beaujolais hebben gedronken, bleek dit bliksembezoek aan het gebied meer dan de moeite waard te zijn!
De Beaujolais bevindt zich op minder dan een uur rijden vanaf La Tuilerie de Chazelle.

zaterdag 7 september 2013

Oud, ouder, oudst

Dit voorjaar werden de bevolking van Cluny en andere belangstellenden in de gelegenheid gesteld een kijkje te nemen bij de recente vondsten in de voormalige abdij van Cluny. Daar wordt sinds jaar en dag gewerkt door een groot team archeologen, die proberen meer te ontdekken van de resten van Cluny III, de immens grote abdijkerk, gesloopt begin 1800.

Grand portail - Musée Ochier Cluny
Hoewel geen deel van bovengenoemde rondleiding was het bij elkaar puzzelen van kleine stukjes van het "Grand Portail" één van de opgaven van de voorgaande jaren. Het portaal, ooit en van de hoogtepunten van romaanse beeldhouwkunst, werd opgeblazen in 1810, en wat er nog van bij elkaar gesprokkeld kon worden is nu te zien in het Musée Ochier in Cluny.
De rondleiding van dit jaar legde de nadruk op de ontdekking van het lavabo (een overdekte ruimte met de handwasbekkens voor de monniken - gebruikt vóór de dienst) en van het voetstuk van het altaar in het sanctuarium van Cluny II, de voorganger van de veel grotere kerk Cluny III.

Petit cloître - Ensam Cluny
Op de foto is een gang te zien die het "petit cloître" wordt genoemd. Dit is de voormalige 18de eeuwse kapittelzaal, aan de zijkant waarvan een aantal zuilen van de middeleeuwse kapittelzaal zijn gevonden (de inhammen rechts). Achter het hekwerk, aan het eind van de gang, ligt het sanctuarium van Cluny II.
Dit sanctuarium bevatte ooit enkele relekwieën van de apostelen Sint Pieter en Sint Paul, waarnaar de kerk dan ook vernoemd is. De resten van deze apostelen, die een grote rol spelen in de rooms-katholieke geloofsbeleving, zorgden ervoor dat Cluny uitgroeide tot een zéér belengrijk bedevaartsoord.

Sanctuaire Cluny II
Verder legde de rondleider (de administrateur, het opperhoofd van de archeologen) nogal wat nadruk op de wrijving die er bestond en nog bestaat tussen de Rijksmonumentendienst enerzijds en de gemeente Cluny, de Haras (rijkspaardenfokkerij) en de Ensam (zéér prestizieuse universiteit) anderszijds, en hoe die schermutselingen opgelost worden door schipperen en geven en nemen van beide zijden. Al deze instanties beheren of gebruiken namelijk een deel van Cluny III. Als ons poldermodel inmiddels niet nogal wat averij had opgelopen, was dat mischien een goed voorbeeld geweest om dit soort conflicten op te lossen...

Lavabo - Cluny